Het is voor kinderrechters niet mogelijk om voldoende te controleren of uithuisplaatsing van een kind noodzakelijk is.
Daarnaast hebben zij niet genoeg zicht op of jeugdzorg adequaat werkt aan gezinshereniging. Dat blijkt uit een factsheet die Leidse juristen en pedagogen opstelden, schrijft Trouw.
Door de toeslagenaffaire zijn 1115 kinderen uit huis geplaatst als gevolg van financiële problemen. De desbetreffende ouders belandden in deze problemen door toedoen van de Belastingdienst. Jeugdbeschermingsinstellingen en rechters spraken dit altijd tegen, maar uit de factsheet blijkt dat wetenschappers niet uitsluiten dat dit met de huidige wet mogelijk is, schrijft de krant.
In de huidige wet zou niet duidelijk genoeg staan dat uithuisplaatsing alleen nodig is als ouders hun opvoeding verkeerd invullen. Daarnaast vinden de wetenschappers dat rechters te weinig ruimte hebben om tot een minder vergaande maatregel te beoordelen. Ook hoeft men onder de huidige wetgeving geen doel te verbinden aan een uithuisplaatsing, waardoor een rechter moeilijk kan bepalen of een uithuisplaatsing nog noodzakelijk is. Gezinshereniging is hierdoor lastig te realiseren.
Bovenstaande maakt dat ‘minderjarigen en hun ouders zwak staan tegenover een machtig uitvoeringsapparaat’, klinkt de conclusie van de factsheet. Jeugdrechters werken aan een ‘reflectie’ op de gegeven informatie. Deze wordt in het najaar verwacht.
Omtzigt wil uithuisplaatsing kinderen door toeslagenaffaire sneller terugdraaien
