De lente laat zich inmiddels volop zien en dat was vooral afgelopen weekend goed te merken. Dat betekent ook dat de thermostaat een tandje lager kan. Maar wanneer zetten we ’m eigenlijk helemaal uit?
Voordat we dat punt bereiken, is er vaak een verschil van opvatting tussen mannen en vrouwen.
Zodra de buitentemperatuur tussen de 14 en 15 graden ligt, overwegen veel Nederlanders de verwarming uit te zetten. Gemiddeld gaat die aan bij 13,9 graden, maar vrouwen zijn daar iets sneller mee dan mannen. Binnen stoken we het liefst tot net onder de 20 graden, blijkt uit onderzoek van klimaatstichting HIER onder ruim 3.600 mensen.
Of we de verwarming ook echt uitzetten bij die 14 à 15 graden is onzeker. “Dat is toen niet onderzocht”, zegt Jan Zuilhof van HIER tegen de Telegraaf. “Als hij eenmaal aanstaat, vergeet je soms dat-ie ook weer uit kan.” Door de lentezon warmt een huis vaak vanzelf op – zeker als het goed geïsoleerd is. “Dan kan het binnen zomaar 24 graden worden”, aldus Zuilhof.
Gemiddeld staat de thermostaat op 15,4 graden wanneer de verwarming uitgaat, maar de ketel slaat soms nog aan, bijvoorbeeld na koude nachten. In Engeland is 15 graden het omslagpunt. In 16 procent van de huishoudens leidt de verwarming tot ruzies, en de helft zet stiekem de temperatuur hoger. Door de energiecrisis zijn mensen mogelijk bewuster van hun verbruik, waardoor het stookseizoen korter is geworden.
Energiekosten besparen én gezond(er) wonen? Zo doe je het
