De gemiddelde verkoopprijs van een bestaande koopwoning bedroeg vorig jaar een slordige 308.000 euro. Het is de eerste keer sinds het begin van de meting in 1995 dat de prijs boven de drie ton ligt.
Het hoge bedrag is een lachertje vergeleken met de prijzen in een aantal peperdure plaatsen. Zo betaal je in Bloemendaal gemiddeld 832.000 euro voor een koopwoning, wat Bloemendaal de duurste Nederlandse gemeente maakt.
In 2018 moest je je portemonnee ondersteboven gooien voor een huis in Blaricum: dat was toen de duurste gemeente. Destijds lag de gemiddelde verkoopprijs daar boven de 900.000 euro. Die prijs zakte vorig jaar naar een ‘schamele’ 776.000 euro. Ook in Laren, Wassenaar, Rozendaal en Heemstede mag je veel neertellen voor een huis: gemiddeld meer dan zes ton.
In Delfzijl kun je iets makkelijker een huis op de kop tikken. Daar werd gemiddeld 155.000 euro betaald, wat het de gemeente maakt waar je het goedkoopst een huis kunt krijgen. Huizen worden in grote delen van Nederland steeds duurder: vorig jaar was de gemiddelde prijs van een huis bij 326 gemeenten hoger dan in 2018.