Zo romantisch: de 81-jarige Sjan Kappen krijgt al dertig jaar bloemen op Valentijnsdag. Maar na al die jaren weet ze nog steeds niet van wie. ‘Volgens de koerier komt het boeket van Valentijn, maar ik ken geen Valentijn.’
Sjan vertelt dit in een interview aan het AD. Volgens haar doet haar aanbidder veel moeite om geheim te blijven. “Hoe bestáát het dat ik het nog steeds niet weet?”
Valentijnsdag
Het eerste boeket ontvangt Sjan als ze 51 jaar is. Ze verdenkt haar man Willy van de liefdesuiting, ook al is hij helemaal niet romantisch. Maar hij ontkent. Ze zijn al sinds dat ze zestien was samen. En ze kent hem door en door. “Willie zorgde altijd goed voor me, maar romantisch? Hij was meer het type dat zei: ‘Als je een bloemetje wil, dan weet je waar de winkel is’. En ik herinner me zijn reactie nog goed toen we op vakantie op Bali eens een hotelkamer kregen met een bed vol rozenblaadjes. Ik vond het prachtig, maar hij vroeg: ‘Wat moet die troep hier?'”
Toch blijft ze hem verdenken van het boeket. Maar als ze ook na zijn overlijden in 2002 bloemen krijgt, is ze toch wel een beetje verrast. “Misschien dat ik tot dat moment nog een beetje twijfelde: wie weet, zit Willie er toch achter.” Willy overlijdt na een kort en heftig ziekbed op zijn 52ste aan kanker. Dat eerste boeket na zijn dood, dat deed Willy wel wat. “Het was niet rood zoals gebruikelijk, maar wit. Dus het was zeker iemand die van de dood van Willie wist, maar wie?”
Raadsel
Het raadsel is nog steeds niet opgelost. Ook is het niet zo dat ze altijd een bos rozen ontvangt. De ene keer ontvangt ze een orchidee, dan weer gerbera’s in alle kleuren en afgelopen jaar is het een vingerplant. Ook de koerier varieert. Dan is het een vrouw, of een oudere man. Soms overdag, dan weer ’s avonds. Naarstig is ze op zoek naar een hint. “Als ik de koerier ernaar vroeg, zei hij alleen maar: ‘Het is van Valentijn’. Nou, ik ken geen Valentijn.”
Volgens haar kinderen zou ze ‘gewoon’ de achtervolging moeten inzetten als de bloemen weer geleverd worden. Maar volgens Sjan is dat onmogelijk. “Op het moment dat die bestelwagen wegrijdt, ben ik nog niet eens in de búúrt van mijn eigen auto.”
Wel probeert ze te achterhalen of ze misschien iets meer informatie kan ontfutselen. Maar Sjan denkt dat de man er alles aan doet om geheim te blijven. “Als ik wist bij welke winkel die wagens hoorden, was ik daar natuurlijk allang een keer langsgegaan. Dan zou ik zeggen, ik ben nu bijna 82, ik wil het nu wel eens weten.”
Nieuwe liefde?
Ze wil het dus graag weten, maar op zoek naar een nieuwe liefde, dat is ze niet meer. Ook denkt ze niet dat er iemand al jaren naar haar smacht. “Dan had hij na het overlijden van mijn man wel contact met me opgenomen, denk je niet?’’ En bovendien is veel te druk voor een nieuwe man. Ze heeft haar familie, haar vrijwilligerswerk in het verzorgingstehuis en ze doet aan salsales in het buurthuis. Sjan: “Ik weet het: zeg nooit nooit, maar voor mij hoeft er geen man bij. Ik heb een prima leven.”
Maar als het dan weer Valentijnsdag is? Tja, dan knaagt het toch aan haar. Wie is nu die man? Sjan: “Ieder jaar rond Valentijnsdag begint het weer te kriebelen. Dan voel ik die ergernis opnieuw opkomen. Hoe bestáát het dat ik het nog steeds niet weet. En het is niet dat ik geen moeite heb gedaan. Al jaren vraag ik aan zo’n beetje iedereen die ik ken, ben jij het soms? Nu denk ik: misschien is de afzender wel iemand van mijn generatie, gaat hij binnenkort dood en kom ik er nooit achter.”