Tot 2014 stond in de wet dat transgenders (een man die vrouw wil worden) zich verplicht moesten laten steriliseren. Iets waaronder de als man geboren Willemijn van Kempen ernstig geleden heeft.
Ze eist daarom excuses van de overheid.
Erkenning
“Mensen moeten weten dat dit is gebeurd en het had niet mogen gebeuren’, zegt de Limburgse in de Volkskrant. Met steun van vijftien medeaanklagers, vrouwenrechtenorganisatie Bureau Clara Wichmann en Transgender Netwerk Nederland wil Van Kempen de overheid ertoe bewegen publiekelijk excuses te maken. Behalve erkenning en excuses zou er ook compensatie moeten komen van de Staat, aldus een woordvoerder van Bureau Clara Wichmann tegen het ANP.
Het bureau verwijst naar Zweden, dat inmiddels 20.000 euro voor iedere getroffen persoon heeft bestemd. De Nederlandse initiatiefnemers gaan de Staat in elk geval aansprakelijk stellen. Hun raadsman doet maandag een brief daarover de deur uit.
#RT@COCNederland: ERKENNING – Willemijn van Kempen wist al op jonge leeftijd dat ze geen man was. Maar om vrouw te mogen worden, moest ze zich laten steriliseren – zo stond dat tot 2014 in de wet. Met steun van @TransNetNL en @clara_wichmann wil ze nu e… https://t.co/GZRXgUPO3y
“De eisen van sterilisatie en andere lichamelijke aanpassingen waren in strijd met internationale verdragsbepalingen en rechtsbeginselen. De Nederlandse staat heeft onrechtmatig gehandeld door die eis in te voeren en te handhaven”, zeggen ze.
Van Kempen zegt het niet alleen te doen voor de transgenders zoals zij, van wie de vruchtbaarheid en zelfbeschikking is ‘afgenomen’. Maar ook voor hen die vanwege dat traject besloten om niet in transitie te gaan.
Verplicht
En dat lijken er veel: voor de wijziging van de Transgenderwet in 2014 lieten jaarlijks gemiddeld 83 mensen het geslacht in hun paspoort aanpassen, in 2014 waren dat er 770. Sindsdien ligt het aantal rond de 540 per jaar.
Van Kempen was liever niet met haar verhaal naar buiten getreden, zegt ze in de krant, maar ze voelt zich verplicht. “Het liefst schik ik het in der minne met de staat. Maar ik doe wat nodig is. Ik ben geen opgever.”