Labels

Music#MeToo stoort zich aan het vrouwonvriendelijke en discriminerende gedrag van de artiesten. “Het gaat niet om de songteksten, die vallen onder artistieke vrijheid. Maar als je als artiest bij een benzinepomp een vrouw tegenkomt, is het niet normaal haar uit te maken voor hoer.”

De stichting meent dat de labels tekortschieten in de begeleiding van de rappers. Labels als Warner Music en Universal Music hebben wel ethische gedragsregels, maar volgens de stichting stemmen die niet overeen met het gedrag van de artiesten. “Dit is geen hetze tegen de rappers, we komen in zekere zin voor ze op.”

Lees ook
#Metoo in 2019: Deze mensen werden beschuldigd, waar staan zij nu?

Getuigenverhoor

De stichting deed het verzoek al in juni. De platenlabels gaven toen aan in gesprek te willen, waarna de verzoekschriften van Music#MeToo werden ingetrokken. Volgens de stichting hebben die gesprekken niets opgeleverd. “Er is geen weg meer terug, er is genoeg gesproken”, stelt Karim Aachboun, juridisch adviseur en woordvoerder van Music#MeToo. “Het volgende gesprek is een getuigenverhoor bij de rechter.”

 

Lees ook
Katy Perry beschuldigd van seksueel wangedrag door acteur uit videoclip

Reactie

Van de gedaagde artiesten – onder wie Boef, Frenna, Ali B, Lil’ Kleine, Ronnie Flex en Emms – wil de stichting weten of ze bekend zijn met de gedragsregels van de platenlabels. Naast de rappers zijn ook bestuurders van de platenlabels Warner Music, Universal Music en Top Notch en bestuurders van managementbureau SPEC gedaagd.

Warner Music werkt aan een reactie en ziet de zaak met vertrouwen tegemoet. SPEC zegt niets vernomen te hebben van de verzoekschriften van de Stichting Music#MeToo. Het bedrijf stelt de stichting afgelopen maand nog uitgenodigd te hebben voor een gesprek.