Samengesteld gezin

Omgerekend gaat het om een toename van 180.000 kinderen in twintig jaar. In totaal gaat het om 527.000 minderjarigen. Deze kinderen groeien op met ten minste één halfbroer of -zus of één stiefbroer of -zus.

Het merendeel van deze kinderen – zo’n tweederde – woont niet meer met beide biologische ouders. Vaak omdat de ouders uit elkaar zijn, nooit samen hebben gewoond of omdat de vader of moeder is overleden.

Een op de drie kinderen in samengestelde gezinnen woont wel samen met beide biologische ouders, maar heeft daarnaast ook halfbroers, of -zussen.

Scheidingen

Gelijktijdig met de toename van het aantal samengestelde gezinnen, neemt ook het aantal gescheiden ouders toe. In 1997 waren de (juridische) ouders van 86 procent van de minderjarige kinderen nog samen. In 2007 lag dit percentage op 79 procent.

Lees ook
Lotte heeft een bonusdochter in quarantaine: ‘Ga naar je eigen moeder’