Het thuiswerken tijdens de coronacrisis ging moeders van kinderen onder de dertien jaar minder goed af dan vaders. Deze vrouwen ervoeren geen betere werk-privébalans, zoals andere thuiswerkers.
Thuiswerken gaat moeders minder goed af dan vaders
Ook konden deze moeders minder vaak ongestoord hun werk doen, stelt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) na onderzoek.
Thuiswerken
In het onderzoek dat in het najaar van 2020 – toen de scholen en kinderopvang open waren – is uitgevoerd, verklaart het SCP dat moeders met jonge kinderen slechts in een derde van de gevallen beschikking hadden over een eigen werkruimte. Voor de vaders gold dit in meer dan de helft van de gevallen. Het feit dat kinderen eerder met een vraag naar de moeder gaan, omdat die doorgaans vaker thuis is, zou ook een rol kunnen spelen in de slechtere thuiswerkervaring van moeders, aldus het planbureau.
De regering overweegt om thuiswerken blijvend te stimuleren. Dit zou voordelen bieden aan werknemers, schelen in de milieubelasting van woon-werkverkeer en mensen met zorgtaken, zoals moeders met jonge kinderen, mogelijk verleiden meer uren te gaan werken. Nu blijkt dat de werk-privébalans voor deze groep niet toeneemt, ligt het volgens het SCP niet voor de hand dat moeders van jonge kinderen meer gaan werken.
Voorrang
Het SCP acht het noodzakelijk dat er afspraken komen tussen overheid, werknemers, werkgevers en andere partijen. Zo zou de 10 procent van de werknemers, die aangeeft het thuiswerken belastend te vinden, voorrang moeten krijgen voor een plek op kantoor.
Het belangrijkste voordeel voor thuiswerkers was volgens het SCP de mogelijkheid om de begin- en eindtijd van het werk te bepalen. Daardoor konden werknemers hun werk beter laten aansluiten op het privéleven. De belangrijke adviseur van de overheid raadt werkgevers aan met werknemers te praten. Voordelen van het thuiswerken kunnen dan worden behouden om zo het werk aantrekkelijker te maken. Werknemers zouden dan ook eerder geneigd zijn meer uren te werken.
Lees ook
Waarom thuiswerkers (niet) terug willen naar kantoor