PvdA en ChristenUnie willen de overheid bij wet verplichten kinderarmoede de komende jaren minimaal te halveren. Eén op de tien kinderen groeit op in armoede.
De partijen vinden dat over deze “stille ramp” veel te weinig wordt gesproken.
Kinderarmoede
PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk wijst op de “ernstige gevolgen” die het heeft als thuis geen geld beschikbaar is voor nieuwe kleren, voor schoolreisjes of zelfs voor een fatsoenlijk ontbijt. “Kinderen dragen dat nog jaren met zich mee.” De politiek heeft daar volgens Van Dijk nauwelijks aandacht voor. “Het aantal kinderen in armoede groeit de afgelopen tijd zelfs weer. Dat moet anders.”
“Armoede mogen we nooit normaal gaan vinden”, zegt zijn collega Don Ceder van de ChristenUnie. “In ons land zijn nog steeds kinderen die zonder avondeten naar bed moeten, geen warm water hebben thuis of geen goede schoolspullen hebben.” Een verplichting voor de overheid om daar meer aan te doen, is volgens Ceder dan ook noodzakelijk.
Nieuw-Zeeland
De partijen halen hun inspiratie uit Nieuw-Zeeland, waar de sociaaldemocratische premier Jacinda Ardern al met eenzelfde wet kwam. In hun voorstel wordt vastgelegd dat het aantal kinderen dat in armoede opgroeit in 2030 minimaal gehalveerd moet zijn ten opzichte van 2018. Uiteindelijk is kinderarmoede compleet uitbannen het doel.
De PvdA en ChristenUnie vinden ook dat de overheid – naast de verplichting – jaarlijks verslag moet uitbrengen over het aantal kinderen dat in armoede leeft en de effecten van het gevoerde beleid. De partijen willen zo afdwingen dat de politiek meer over het onderwerp spreekt.