Ministers Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken), Liesje Schreinemacher (Ontwikkelingssamenwerking) en Rob Jetten (Klimaat en Energie) zullen niet bij de Algemene Politieke Beschouwingen aanwezig zijn.
Premier Rutte verdedigt in een brief deze keuze.
Brief premier Rutte
Vooral voor Jetten had PVV-leider Geert Wilders dinsdag geen goed woord over toen hij eiste dat alle bewindslieden aanwezig moeten zijn bij het tweedaagse marathondebat over de plannen die het kabinet op Prinsjesdag presenteert.
Hoekstra en Schreinemacher zullen niet aanwezig zijn omdat zij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York bij willen wonen.
Jetten laat verstek gaan zodat hij zich kan laten zien bij het Global Clean Energy Action Forum in de Amerikaanse stad Pittsburgh, een bijeenkomst over samenwerking in de energietransitie. In beide gevallen is het volgens Rutte van “Nederlands belang” dat de bewindslieden aanwezig zijn.
‘Dedain en arrogant’
Wilders vindt het getuigen van “dedain en arrogantie” dat Jetten als “minister van de hoge energierekening” niet aanwezig zal zijn als de hoofdlijnen van het kabinetsbeleid worden besproken, en in plaats daarvan “lekker een CO2-reisje naar de VS gaat maken om daar vervolgens een congres bij te wonen”.
Rutte verdedigt Jetten en zegt dat het forum waar de energieminister naartoe gaat een “belangrijke bijeenkomst” is die de mogelijkheid biedt te overleggen met de VS en 31 andere landen.
Volgens de minister-president kan Jetten zich zo voorbereiden op de klimaattop van de VN in november.
Grenzen
De minister-president zegt het belangrijk te vinden dat het voltallige kabinet “zoveel als mogelijk” aanwezig is bij de Algemene Politieke Beschouwingen, maar zegt ook dat er grenzen zijn.
Zo benoemt hij dat er in de Tweede Kamer niet genoeg ruimte is voor alle staatssecretarissen, naast dat bewindslieden soms ook belangrijke buitenlandse dienstreizen af moeten leggen.
De beschouwingen behoren tot de belangrijkste debatten van het jaar. Maar alleen de premier komt namens het kabinet aan het woord. Tijdens de eerste dag is een groot deel van het kabinet aanwezig, maar spreken alleen de Kamerleden.