Het organiseren van onderwijs voor vluchtelingenkinderen in de crisisnoodopvang is voor gemeenten steeds moeilijker.
Soms krijgen deze kinderen maandenlang geen onderwijs, terwijl dit binnen drie maanden na komst in Nederland zou moeten. Dat schrijft NOS.
In de crisisnoodopvang worden asielzoekers voor wie COA geen plaats heeft tijdelijk opgevangen. Volgens de gemeente is het moeilijk om voor de kinderen onderwijs te organiseren, omdat ze vaak kort op een plek zitten. Zo komt het regelmatig voor dat asielzoekers van de ene locatie naar de andere verhuizen.
Maar ook het feit dat bestaande scholen vaak al vol zitten en er een lerarentekort is, bemoeilijkt het regelen van onderwijs. Daarnaast vangen gemeenten ook Oekraïners op die ze van onderwijs moesten voorzien.
Onderwijsminister Dennis Wiersma erkent dat het onduidelijk is hoeveel kinderen in de crisisnoodopvang zitten en hoeveel van hen onderwijs krijgen. “Wat het COA ons teruggeeft, is dat het op veel plekken nog steeds wel lukt om kinderen binnen drie maanden naar school te laten gaan. Maar in de grote steden hebben ze wachtlijsten en lukt het steeds moeilijker”, zei hij in een debat vorige week.
Wiersma onderzoekt nu of de regels rondom onderwijs voor vluchtelingenkinderen kan worden versoepeld. Hetzelfde gebeurde namelijk eerder voor Oekraïense kinderen.
VluchtelingenWerk: kabinet nu aan zet om snel met plan te komen
