Racisme bij het ministerie van Buitenlandse Zaken is een breed verschijnsel. Dat blijkt uit een onderzoek. De bevindingen zijn volgens het rapport “ernstig en zorgelijk”.
De ambtelijke leiding van het ministerie biedt daarom excuses aan.
Racisme
Bi-culturele medewerkers en lokaal aangenomen medewerkers van kleur die werken op ambassades ervaren verschillende vormen van racisme. Ze spreken over verbaal geweld, een denigrerende bejegening, cultureel racisme en allerlei beschuldigingen en verdachtmakingen.
Ook hebben zij het gevoel dat collega’s hen soms negeren, overslaan en buitensluiten. Ze ondervinden racistische grappen en lage verwachtingen. Veel medewerkers ervaren de problemen als structureel.
De ambtelijke top biedt excuses aan. “Het rapport bevat harde conclusies en pijnlijke voorbeelden”, aldus secretaris-generaal Paul Huijts die het onderzoek maandag ontving. “Wat collega’s meemaken, wat er gezegd wordt en wat voor gevoel dat geeft, vinden we onacceptabel.”
Buitenlandse Zaken
Het ministerie neemt de aanbevelingen van het rapport over. Er moet onder meer een structurele cultuurverandering komen. Verder willen ze het makkelijker en eenvoudiger maken om incidenten te melden en gaan ze kijken naar het wervings- en selectieproces.
Het onderzoek is gestart mede naar aanleiding van de Black Lives Matter-protesten. De top van het ministerie wilde weten welke vormen van racisme binnen de organisatie van het departement voorkomen.