Vrouwen met de ziekte van Parkinson ervaren meer en ook ergere pijn dan mannen. Dat blijkt uit een nieuwe studie die sekseverschillen onderzocht bij de neurodegeneratieve aandoening.
De studie ‘Genderverschillen in pijnsubtypes bij patiënten met de ziekte van Parkinson‘ is gepubliceerd in het Journal of Integrative Neuroscience.
Uit de gegevens van het onderzoek blijkt nu dat chronische pijn, pijn gerelateerd aan motorische symptoomfluctuaties, mond- en gezichtspijn en verkleuring of zwelling allemaal vaker voorkomt bij vrouwen dan bij mannen.
“Vrouwelijke patiënten uit de onderzoeksgroep hadden ook meer ernstige pijnsymptomen”, schrijven de onderzoekers. Bovendien bleek uit de studie dat vrouwen ernstigere beperkingen in de cognitieve functie ervaren dan mannen.
Er zijn voldoende aanwijzingen dat er sekseverschillen zijn tussen hoe mannen en vrouwen de symptomen ervaren van de ziekte. Bij mannen – bij wie parkinson vaker voorkomt en eerder begint – komen seksuele klachten en spierstijfheid vaker voor dan bij vrouwen. Vrouwen hebben juist meer last van posturale instabiliteit als motorische symptomen van de ziekte.
Het team van onderzoekers merkt wel op dat verder onderzoek nodig is om mogelijke verbanden tussen cognitieve disfunctie en de perceptie van pijn te begrijpen.
Ernst Daniël Smid ondergaat deze week hersenoperatie in strijd tegen Parkinson
