4628 Nederlanders overleden in 2018 door een zogenoemde accidentele val. Dat zijn er zeshonderd meer dan in 2017.
Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Val
Onder een accidentele val verstaan we een ongeval waarbij iemand onopzettelijk valt, struikelt of uitglijdt. Ongelukken met bijvoorbeeld een fiets, scootmobiel of bromfiets zijn niet meegerekend. Het aantal fatale vallen komt uit op een gemiddelde van dertien per dag. Ruim drie kwart van de overledenen was tachtig jaar of ouder.
In 2018 kregen 5863 Nederlanders te maken met een dodelijk ongeval. Hiervan kwamen acht op de tien inwoners om het leven door een accidentele val. Zij overleden binnen dertig dagen na de val aan de gevolgen ervan.
Van de overledenen zijn 2741 vrouw en 1887 man. Zeker 43 procent van de vrouwen was negentig jaar of ouder. Bij de mannen ligt het aantal rond de 25 procent.
Het aantal dodelijke vallen neemt ook het sterkst toe bij de negentigplussers. Tussen 2014 en 2018 is het aantal het sterkst gegroeid, van 991 vallen in 2014 tot 1652 vallen in 2018.
Het jaarlijkse aantal ziekenhuisopnamen na een accidentele val ligt tussen de 66 duizend en 70 duizend. Bij vier op de tien opnames na een val is de patiënt tachtig jaar of ouder. Ook belanden meer vrouwen in het ziekenhuis dan mannen.
Volgens het CBS is bij de helft van de ziekenhuisopnamen bekend hoe een persoon is gevallen. Bij tachtigplussers gaat het meestal om uitglijden of struikelen. Daarnaast komt ook het vallen uit bed en het vallen van de trap voor. Vrouwen worden eveneens eerder opgenomen om die redenen dan mannen.