De drie grote steden in Nederland kunnen rekenen op nog eens 9 miljoen euro om het lerarentekort tegen te gaan.
Dit laat minister Arie Slob van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media maandag weten.
Lerarentekort
Slob gaat in zee met de hoofdlijnen van de noodplannen die Amsterdam, Rotterdam en Den Haag hebben gemaakt. Ook wil hij de regels waar nodig zijn versoepelen om het lerarentekort tegen te gaan.
De drie grootste steden dringen onder meer aan op soepelere regels omtrent het voor de klas zetten van mensen die een ander vak hebben geleerd. Slob wil de scholen binnen Amsterdam, Rotterdam en Den Haag daarmee helpen.
Amsterdam wil het daarnaast mogelijk maken om nog maar vier dagen per week les te geven in plaats van vijf. De resterende schooldag kunnen kinderen bijvoorbeeld sporten. Slob zegt wel dat die regel niet mag betekenen dat kinderen minder onderwijstijd krijgen.
De grote steden willen het extra bedrag om leraren te lokken met een bonus. Op deze manier moet het werk op scholen in de stad en op scholen met veel kinderen met een achterstand aantrekkelijker maken. Daarnaast willen de scholen de leraren helpen met het vinden van een huis in de stad.
Extra miljoenen
Minister Slob moet het bedrag nog vrij zien te krijgen, maar gaat ervan uit dat dit goed komt. Utrecht en Almere maken ook aanspraak op een deel van de 9 miljoen euro, maar zij hebben hun noodplan nog niet helemaal af.
Het lerarentekort is in de grote steden al groot en neemt de komende jaren alleen nog maar toe. Een aantal scholen in Amsterdam bleef in december een week dicht om te zoeken naar een oplossing.