Nog eens 11.500 leerlingen die zelf geen laptop of tablet hebben om thuis schoolwerk te doen, kunnen er een krijgen.
Onderwijsminister Arie Slob trok daarvoor maandag nogmaals 3,8 miljoen euro uit.
Laptops en tablets
Toen half maart de scholen dichtgingen, maakte het kabinet al 2,5 miljoen euro vrij voor leerlingen die zelf geen laptop of tablet kunnen betalen. Daarmee konden bijna 7.000 kinderen worden geholpen. Volgens SIVON, het samenwerkingsverband dat de apparaten regelt voor de kinderen, was dat bedrag niet genoeg.
Nu Slob 3,8 miljoen euro meer beschikbaar stelt, hoopt hij ieder kind te kunnen helpen. Hij vraagt van schoolbesturen wel een eigen bijdrage van 25 procent als een beroep op SIVON wordt gedaan.
Weer naar school
De Tweede Kamer wees Slob op het tekortschieten van de subsidie. Onder meer regeringspartij D66 noemde dat “onaanvaardbaar”. De Kamer vroeg de minister het voor het einde van de meivakantie op te lossen.
Het onderwijs waarschuwde al langer dat juist leerlingen met ouders die niet kunnen rondkomen, moeite hebben met de opvoeding of het Nederlands niet goed beheersen, minder floreren in het thuisonderwijs. Daardoor dreigt de coronacrisis de ongelijkheid nog te vergroten.
Basisschoolleerlingen kunnen vanaf komende maandag weer de helft van de week naar school, maar ze moeten voorlopig ook thuis nog schoolwerk doen. Middelbare scholieren moeten nog net iets langer wachten, zij mogen pas 1 juni weer de schoolbanken betreden.