75 procent van de uithuisgeplaatste kinderen verhuist binnen jeugdzorg gemiddeld vier keer.
Een derde van deze kinderen hoort soms pas enkele uren of een dag van tevoren dat zij moeten verhuizen, meldt het AD op basis van een steekproef van stichting Het Vergeten Kind.
De stichting ondervroeg in totaal 118 in leefgroepen en instellingen geplaatste kinderen. Naar aanleiding van de resultaten benadrukt Het Vergeten Kind dat het ontbreken aan vastigheid en duidelijkheid over de opgroeiplaats schadelijk is.
Kinderen die hiermee te maken krijgen doen het bijvoorbeeld slechter op school. Daarnaast verliezen zij sneller contact met voor hen belangrijke mensen, zoals (pleeg)familie, vrienden of leraren. Ook wordt het vertrouwen van anderen moeilijker, voelen zij zich sneller ongewenst, kunnen ze zich moeilijk hechten en is er vaker sprake van gedragsproblemen.
De stichting voerde het onderzoek uit omdat de overheid nalatig is geweest om zelf onderzoek te doen. Dat staat haaks op de belofte die het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in 2019 maakte. Zij spraken toen van het inzichtelijk maken van hoe vaak jeugdzorgkinderen worden doorgeplaatst. “Elke verhuizing is er een teveel”, aldus het ministerie destijds.
Nog steeds honderden pleegouders te weinig, terwijl aantal pleegkinderen toeneemt
