Kinderen die nog thuis wonen gaan steeds later het huis uit. Ook blijkt dat steeds meer jongvolwassenen al een baan hebben wanneer ze het ouderlijk huis verlaten.
Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het huis uit
Het bureau legde de cijfers van thuiswonende en uit huis gaande jongvolwassenen van 18 tot 31 jaar oud in 2011 en 2019 naast elkaar. Recentere cijfers zijn er niet.
Uit de cijfers blijkt dat kinderen steeds later het huis uit gaan. In 2012 ging 13 procent van de 18-jarige jongvolwassenen op zichzelf wonen. Zeven jaar later besloot slechts 8 procent het huis op 18-jarige leeftijd te verlaten. Dit is een afname van 40 procent. Flink, dus.
Dat de jongvolwassenen langer thuis blijven wonen betekent overigens niet dat ze ook vaker terugkeren. Integendeel: ze besluiten juist minder vaak om het ouderlijk huis weer te bezoeken.
Baan
Het lijkt erop dat veel thuiswonenden besluiten te wachten met hun vleugels uitslaan tot ze werk hebben gevonden. In 2019 had twee derde van de kinderen die het huis uit gingen al een baan; in 2011 gold dat nog voor 56 procent.