Ondanks het feit dat overheden jaarlijks miljoenen euro’s uitgeven om kinderen uit arme gezinnen (meer) aan het sporten te krijgen, gebeurt dit toch niet.
Dat blijkt uit een nieuwe onderzoek van het Mulier Instituut in Utrecht, meldt NRC.
Sporten
De conclusie is te lezen in een nieuwe studie naar sporten en bewegen door jeugd in verschillende sociaaleconomische milieus. Daarin staat dat het overheden al meer dan tien jaar nauwelijks lukt om kinderen uit arme gezinnen vaker te laten sporten.
Kinderen en jongeren uit arme gezinnen blijken veel minder vaak aan sport te doen dan hun leeftijdsgenoten uit gezinnen die meer te besteden hebben. Minder dan de helft van de kinderen (vier tot elf jaar) uit gezinnen met een laag inkomen sport wekelijks, terwijl dat bij gezinnen met een hoog inkomen meer dan driekwart is.
Portemonee
In de leeftijd van dertien tot zeventien jaar doet 59 procent in armere gezinnen aan sport. En dat staat tegenover 86 procent in gezinnen met een dikkere portemonnee. De verschillen in sportdeelname worden gezien als duidelijk voorbeeld van de kloof tussen arm en rijk in Nederland.
Onderzoek van het RIVM toonde eerder aan: wie minder sport, krijgt sneller gezondheidsproblemen. Daarnaast hebben die mensen een grotere kans op diabetes en overgewicht en kan uiteindelijk daaraan komen te overlijden. Maar de pogingen van de overheid om een bepaalde doelgroep meer aan het sporten te krijgen, lijken tot nu toe tevergeefs.