Kinderartsen van het Amsterdam UMC en het UMC Groningen hebben verzamelde data van alle Nederlandse ziekenhuizen onderzocht op (bijna-)verdrinkingen onder kinderen. De resultaten zijn niet mals.
Hierdoor trekken kinderartsen aan de bel.
Verdrinkingen onder kinderen
Joke Kieboom, kinderarts-intensivist van het Beatrix Kinderziekenhuis, UMC Groningen licht haar bezorgdheid toe: “We zien dat het aantal verdrinkingen onder kinderen de afgelopen tien jaar niet afneemt, terwijl de decennia daarvoor wel sprake was van een dalende lijn. Door de coronamaatregelen vrezen we dat meer kinderen deze zomer risico lopen op verdrinking.”
De dalende lijn van jaren geleden komt door zwemlessen en de maatregelen op plekken waar gezwommen kan worden. Veel zwemlessen konden dit jaar niet doorgaan, waardoor veel kinderen achterlopen en nog niet kunnen zwemmen.
Onderzoek
Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek is gebleken dat jaarlijks acht kinderen overlijden aan de gevolgen van ernstig zuurstoftekort onder water. Kieboom benadrukt dat deze cijfers niets zeggen over de ernst van de gevolgen van een bijna-verdrinking.
“Elk jaar belanden ongeveer tachtig kinderen na een verdrinking of bijna-verdrinking in het ziekenhuis, een groot deel op de intensive care.” Kieboom houdt haar hart vast of dat cijfer ook blijft stijgen. “Meestal houden deze kinderen er blijvende schade aan over of worden ze zelfs ernstig gehandicapt.”
Voor kinderartsen voelt het machteloos. “Je ziet daar een prachtig kindje liggen, dat tot een uur daarvoor nog helemaal gezond was. Het frustreert dat wij dan niet zoveel meer kunnen betekenen”, zegt Kieboom.
Nationaal Plan Zwemveiligheid
Samen met Kieboom zijn meer kinderartsen en organisaties betrokken bij het Nationaal Plan Zwemveiligheid. Nog meer alertheid is volgens artsen en organisaties de enige oplossing. “Je kind continu in de gaten houden is lastig, maar uit alle onderzoeken blijkt toch vaak dat verdrinkingen meestal vermijdbaar zijn”, zegt Kieboom.
“Zeker kinderen die niet kunnen zwemmen, moet je niet uit het oog verliezen. Ze kunnen beter met zwembandjes het water ingaan.”