Op 12 en 13 december opende Hotel AZC haar deuren voor bezoekers. Hier werd een noodopvang voor vluchtelingen in Nederland nagebootst. Katja Schuurman pleit voor betere voorzieningen voor mensen met een vluchtachtergrond en bracht de nacht door in het ‘hotel’.
Katja Schuurman en Lolkje de Vries, persvoorlichter van VluchtelingenWerk Nederland, vertellen LINDA. meer over het belang van dit initiatief.
Katja Schuurman
“Momenteel verblijven er rond de 70.205 vluchtelingen in Nederland”, vertelt Lolkje de Vries. “Een deel van deze groep, ongeveer de helft, bevindt zich in reguliere azc-opvanglocaties. De andere helft zit in een noodopvang, ook wel de plek die wij met Hotel AZC nabootsen. Een noodopvang is een sobere locatie die vaak tijdelijk is afgehuurd, wat resulteert in schrijnende omstandigheden. Denk hierbij aan weinig activiteiten, rust, privacy, vermaak voor kinderen en constant lawaai. Het krijgen van een asielstatus kan tot twee jaar duren in Nederland. Vaak brengen vluchtelingen een groot deel van deze tijd door op één of meerdere noodopvanglocaties.”
De opening van Hotel AZC heeft volgens De Vries twee kanten. “Aan de ene kant is het een mooie dag, omdat we de kans krijgen om mensen te laten zien hoe een noodopvanglocatie er werkelijk uitziet. Aan de andere kant is het natuurlijk zonde dat het überhaupt nodig is om mensen dit te laten zien. Je wil dat vluchtelingen gewoon in een menswaardige opvang kunnen verblijven in Nederland.” Katja Schuurman vult aan: “Wat ik bizar vind, is dat mensen denken dat zo’n opvang luxueus is. Dat is het verre van. Stel dat dat wél zo was geweest, dan begrijp ik alsnog niet waarom mensen dat onterecht zouden vinden. Vluchtelingen hebben meestal een vreselijke tijd achter de rug. Niemand laat lichtzinnig huis en haard en alles dat je kent achter. Uiteindelijk zijn we allemaal gewoon mensen. Het idee dat het ene mens meer rechten heeft dan het andere, simpelweg door de plek waar hij ter wereld is gekomen, is een idioot verzinsel.”