De Tweede Kamer wil dat het bevolkingsonderzoek naar borstkanker pijnvrij(er) wordt. Een burgerinitiatief pleit voor een minder pijnlijk alternatief, zodat vrouwen het onderzoek blijven ondergaan.
De opkomst daalt namelijk licht.
Burgerinitiatief
Volgens initiatiefnemer Muriel van der Draaij van het burgerinitiatief ervaart een op de vijf vrouwen die het bevolkingsonderzoek ondergaat dit als pijnlijk. En ervaart vijf procent zelfs extreme pijn tijdens of na het onderzoek.
Daarom vraagt de burgeroproep om (het stimuleren van onderzoek naar) minder pijnlijke alternatieven voor de mammografie, de methode die nu wordt gebruikt. De borsten worden hierbij tussen twee platen gedrukt. Het burgerinitiatief werd bijna 104.000 keer ondertekend.
Dalende deelname
Demissionair zorgminister Ernst Kuipers was het met VVD, D66, CDA, CU, GroenLinks, SP, PVV en BBB eens dat moet worden gestreefd naar “minder belastende technieken, om de drempel voor het onderzoek te verlagen”. Hij noemde de dalende deelname “zorgelijk”.
Kuipers benadrukt dat de mammografie op het moment de effectiefste methode is. Hij kan daarom alleen op een alternatief inzetten, mits dat even goed of zelfs beter kanker kan opsporen. Daarom wacht de minister een lopend onderzoek naar alternatieven af.
GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld en VVD-Kamerlid Judith Tielen drongen bij de minister aan op alternatief borstkankeronderzoek voor de groep van 27 procent die niet komt opdagen bij het bevolkingsonderzoek. “Op het moment dat mensen afhaken, bijvoorbeeld omdat het te pijnlijk is of een verleden van misbruik hebben, dan wil je aan deze specifieke groep toch een zo goed mogelijk alternatief aanbieden?”, aldus Westerveld.
Kuipers ging hier niet in mee, en bleef bij zijn eis van wetenschappelijke grondslag voor alternatieve onderzoeksmethoden. Daarop verzochten de twee Kamerleden het kabinet via een motie om zichtbare stappen te nemen om deze vrouwen toch mee te kunnen laten doen aan het bevolkingsonderzoek.
De minister geeft op aandringen van Nico Drost (CU) eind dit jaar meer duidelijkheid over welke stappen nu worden onderzocht voor alternatieve onderzoeksmethoden. En op welke termijn hier iets van kan worden verwacht.