Een emotionele Jos B. (59) houdt op de laatste zittingsdag van zijn hoger beroep voet bij stuk en blijft beweren dat hij onschuldig is. ‘Ik heb Nicky Verstappen niets misdaan.’
Het Openbaar Ministerie denkt daar anders over en eist 30 jaar cel.
Laatste zittingsdag
Jos. B is vorig jaar veroordeeld tot een celstraf van 12,5 jaar door rechtbank in Maastricht. Hij ontkent dat hij iets met de dood van Nicky te maken heeft. Volgens B. was de jongen al overleden toen hij hem aantrof.
B. herhaalde woensdag nogmaals zijn versie van de gebeurtenissen, schrijft 1Limburg. “Ik heb Nicky Verstappen gevonden. Ik wilde hulp bieden. Maar helpen had geen zin meer. Hij was dood.” Volgens B. maakte hij zich snel uit de voeten toen hij het lichaam vond vanwege zijn zedenverleden. “Achteraf denk ik: hoe stom ben je geweest? Je had jezelf moeten melden. Maar ik kan het niet veranderen.”
Onwaarschijnlijk
Maar die verklaring vindt de officier van justitie onwaarschijnlijk. “Maar onwaarschijnlijk kan ook waar zijn”, is het verweer van B. “Sinds de start van deze zaak heb ik het idee dat ik niet word gezien als verdachte, maar als dader. Natuurlijk begrijp ik de pijn, de woede en het gemis bij de nabestaanden. Natuurlijk doet dat pijn. Maar ik kan geen vragen beantwoorden waar ik het antwoord niet op weet.”
Op 10 augustus 1998 verdween Nicky van een jeugdkamp op de Brunssummerheide in Limburg, waar de jongen een dag later dood werd aangetroffen. Pas twintig jaar later vond het Nederlands Forensisch Instituut DNA-sporen op zijn onderbroek en pyjamabroek, waar na nogmaals tien jaar uiteindelijk een match met het DNA van Jos B uit rolde.
De inhoudelijke behandeling is met de woorden van B. tot een einde gekomen. Op 28 januari volgt de uitspraak van het hof.