Volgens de rechtbank in Rotterdam was Joël S. sterk verminderd toerekeningsvatbaar vanwege meerdere psychiatrische stoornissen. Het Openbaar Ministerie eiste tien jaar cel en tbs met dwangverpleging wegens doodslag.
S. bekende, maar zei op de zitting dat hij zich niets meer van de steekpartij kan herinneren. Ook werd niet duidelijk waarom hij haar heeft neergestoken. Hij gaf wel toe boos op haar te zijn.
S. en Sarah waren huisgenoten en vrienden. Op het moment van de moord ging het slecht met S.. Hij had last van hallucinaties, hij hoorde en zag dingen die er niet waren. Sarah werd tientallen keren gestoken en overleed aan haar verwondingen.
De extreem gewelddadige manier waarop S. de vrouw ombracht, werkt strafverhogend volgens de rechtbank. Het slachtoffer had 27 steekwonden en 10 snijwonden in voornamelijk haar bovenlichaam. De rechtbank vindt dwangverpleging in een gesloten omgeving noodzakelijk, omdat ze de kans groot acht dat S. door zijn stoornissen opnieuw een gewelddadig delict pleegt.