Irma

Het staat op ieders netvlies gebrand: de manier waarop Irma gebaarde dat we niet moeten hamsteren. Maar dat beeld – van een gebarentolk – heeft best lang op zich moeten laten wachten. Pas na de aanslag in Utrecht vorig jaar verscheen er een evaluatie van de crisiscommunicatie. Een verbeterpunt daarin was de communicatie naar ‘kwetsbare groepen’.

Minister Grapperhaus beloofde beterschap, maar pas toen tijdens een coronapersconferentie een demonstrant aandacht vroeg voor het probleem, leek er een belletje te gaan rinkelen. Twee dagen na de opmerking stond er een tolk naast premier Mark Rutte. Daardoor is er meer aandacht voor Nederlandse gebarentaal en dus voor de opleiding tot tolk.

Opleiding

Ieder jaar beginnen zo’n vijftig studenten in Utrecht aan hun vier jaar durende opleiding tot tolk Nederlandse gebarentaal. Om hoeveel extra aanmeldingen het gaat is nog niet duidelijk, aldus een zegsman. “Maar het valt iedereen bij de opleiding op dat er ongebruikelijk veel vragen worden gesteld en dat de telefoon opvallend veel rinkelt.”

Lees ook
Gebarentolk Irma Sluis: ‘Ik had al die aandacht niet gewild of verwacht’

Onofficiële taal

Toch is gebarentaal in Nederland  nog steeds niet erkend als een officiële taal. In Nederland wonen zo’n 30.000 doven en slechthorenden. Hun moedertaal is vaak de Nederlandse Gebarentaal (NGT). Ondertitels lezen of op een andere manier communiceren in het Nederlands is voor hen vaak lastiger.