Voor de overheid een flinke inkomstenbron, voor de burger iets wat problematische schulden kan opleveren. Het zijn niet de verkeersboetes zelf die hoog oplopen, maar vooral de incassokosten.
Daar lijden tienduizenden huishoudens onder, schrijft de Volkskrant dinsdag. Hoe zit dat precies?
Van de gemiddeld acht miljoen verkeersboetes per jaar worden er zo’n 900 duizend niet meteen betaald, schrijft de krant. Dan krijg je een aanmaning: een herinnering om alsnog te betalen. Maar daar zit ook meteen een verhoging van de boete bij. Bij de eerste herinnering wordt een boete met de helft verhoogd, bij de tweede aanmaning verdubbelt het totale bedrag. Boetes voor lichte verkeersovertredingen stijgen zelfs sneller dan strafrechtelijke boetes voor zware overtredingen.
Vooral de boetes voor onverzekerde auto’s, motoren of bromfietsen zorgen voor veel aanmaningskosten. Voor een onverzekerd voertuig kun je twee keer per jaar een boete van maximaal 400 euro krijgen. Een rekensom van de Volkskrant: ‘Met twee aanmaningen kan dit oplopen tot 2.400 euro aan boetes per jaar, ook als een voertuig de weg niet opgaat.’
Door deze praktijken vordert het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) jaarlijks gemiddeld 137 miljoen euro extra, bóven op de oorspronkelijke boetes. Dat brengt problemen met zich mee voor degenen die de boetes moeten betalen. Van de 725.000 huishoudens die begin dit jaar met problematische schulden kampten, gaven maar liefst 125.000 aan dat dat (gedeeltelijk) het gevolg was van een verdrievoudigde verkeersboete.
De manier om dit te voorkomen is natuurlijk om een boete meteen te betalen, maar dat is niet voor iedereen mogelijk. Onder de onverzekerden zijn bijvoorbeeld relatief veel mensen met schulden. Zij kunnen een maandelijkse verzekering niet betalen door geldproblemen. Dat zijn ook vaak de mensen die post ongeopend laten, waardoor ze een boete niet op tijd zien.
Johan groeide op in armoede: 'Ik nam de geldstress van mijn ouders over'
