Huisartsen en zorgorganisaties wijzen de belangrijke plannen over veranderingen in de gezondheidszorg af.
Tijdens een ledenvergadering van de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) bleken de tegenstanders van het Integraal Zorgakkoord (IZA) maandagavond in de meerderheid. Ook zorgbrancheorganisatie ActiZ en beroepsorganisatie verpleegkundigen NU’91 steunen het akkoord niet.
De afwijzing is een grote tegenslag voor het kabinet, dat hoopte vóór Prinsjesdag een akkoord te sluiten met tal van zorgorganisaties.
Het IZA is bedoeld om de zorg ook in de toekomst goed en betaalbaar te houden.
De huisartsen willen op korte termijn meer garanties krijgen, bijvoorbeeld van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over tarieven voor zorg in de avonden, nachten en weekenden voor volgend jaar en van de zorgverzekeraars over de afspraak dat ze meer tijd voor hun patiënten krijgen. Kort samengevat is hun reactie op het akkoord zoals dat er nu ligt “nee, tenzij”.
Wat de huisartsen betreft moet in drie maanden aan hun eisen worden voldaan. Dan zijn ze alsnog bereid het akkoord te ondertekenen. Inhoudelijk zien de huisdokters wel positieve punten in het akkoord. “Er is helaas echter onvoldoende vertrouwen op basis van alleen deze IZA-tekst dat de zorgverzekeraars en NZa die afspraken ook zullen naleven”, leggen ze uit.
Eerder op de avond liet ook zorgbrancheorganisatie ActiZ al weten de huidige tekst niet te ondertekenen. Ook die organisatie trekt in twijfel hoe hard en uitvoerbaar de doelstellingen zijn.
Beroepsorganisatie voor verzorgenden en verpleegkundigen NU’91 vindt dat er in het voorstel te weinig financiële ruimte is om de lonen in de zorg te kunnen verhogen. Ook wordt de werkdruk voor zorgprofessionals niet verlicht.
Beroepsvereniging voor verpleegkundigen V&VN liet maandagavond weten het zorgakkoord wel te steunen.
Meer aandacht voor 'vrouwelijke' werkwijze in zorg beter voor patiënten én artsen
