Horeca en KHN

Onder meer in Breda, Maastricht, Eindhoven, Leiden, Leeuwarden, Arnhem, Nijmegen en Alkmaar hebben horecabedrijven zich bij de actie aangesloten. Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht doen niet mee.

Het gaat om ondernemers in vijftig lokale afdelingen van Koninklijke Horeca Nederland (KHN). Daarvan heeft de branchevereniging er ruim 230. Eerder riep KHN-voorzitter Robèr Willemsen zijn achterban juist op om niet dwars te doen. KHN zal volgens hem nooit oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid.

Lees ook
Café zet doodskist voor de deur, maatregelen zijn ‘het einde van de horeca’

‘Zichzelf redden’

De horecaondernemers die opengaan, zeggen wel dat KHN landelijk alles heeft gedaan om bij het kabinet de noodzaak van steun voor de branche aan te kaarten. Alleen lukt dat niet voldoende, waardoor ze zich gedwongen voelen “zichzelf te redden”.

“Anders gaat 50 procent van de ondernemers in deze prachtige branche failliet. Er rest nu niets meer dan de keuze, opengaan of failliet gaan.” Dat zegt Johan de Vos, die namens de opstandige regio’s het woord voert.

‘Horeca niet het probleem’

De horeca moest tijdens de eerste lockdown in maart al dicht, en mocht in de zomer beperkt open. Sinds half oktober moesten zij opnieuw de deuren sluiten, terwijl daar volgens de ondernemers uit de branche niet genoeg steun vanuit de overheid tegenover staat. Dat minister Hugo de Jonge vorige week terloops liet vallen dat cafés en restaurants vermoedelijk nog wel tot na half januari dicht moeten blijven, maakte het niet beter.

De ondernemers hebben bewust voor januari gekozen, omdat er waarschijnlijk te veel drukte komt als zij met de feestdagen al open zouden gaan.  “We willen voorkomen dat eventueel oplopende cijfers aan ons toe worden geschreven”, zegt De Vos. Bij de heropening houden zij zich aan de protocollen voor veilige opening, die KHN eerder opstelde. “Want wij zijn ervan overtuigd dat onze branche niet het probleem is.”

Lees ook
Horeca heeft perspectief nodig: ‘Sluiting kan laatste zetje zijn’

Reactie van kabinet

Het kabinet is (en blijft) in gesprek met de horeca over de maatregelen en steunpakketten. Dat zegt een woordvoerder van het kabinet. Hij gaat niet inhoudelijk op het ‘dreigement’ van de horeca in. Volgens hem komt er nog een aantal momenten waarop het kabinet besluiten neemt en ligt er ook een steunpakket voor de horecasector, waar serieus over wordt gesproken.

“Leidend voor de vervolgstappen die het kabinet gaat nemen, is het aantal nieuwe besmettingen met het coronavirus. Dat is op dit moment nog te hoog en het daalt maar langzaam”, aldus de woordvoerder. Het kabinet kijkt volgens hem steeds naar wat mogelijk, maar ook nodig is. Dat geldt ook voor de horeca. Het overleg wordt onder meer gevoerd met KHN.

Reactie van Veiligheidsberaad

De voorzitter van het Veiligheidsberaad, Hubert Brul, zegt dat de coronamaatregelen niet voor niets gelden. En dat als er half januari nog beperkende bepalingen gelden voor de horeca, de regels nageleefd moeten worden. Handhavers zullen daar dan ook op toezien.

“We begrijpen dat de nood hoog is bij veel horecabedrijven”, aldus Bruls. “De coronamaatregelen gelden echter voor ons allemaal, individuele burgers en ondernemers, en dus ook horecaondernemers. Het is nog geen januari en we weten dus nog niet welke regels dan gelden.”

Lees ook
Risico op armoede voor ZZP’ers in horeca, handel en vervoer het grootst