Achtstegroepers maken vanaf dit jaar de doorstroomtoets, die de voormalige Citotoets vervangt. Deze moet zorgen voor meer kansengelijkheid. Maar bij de betrouwbaarheid worden vraagtekens gezet.
Dat schrijft De Volkskrant.
Doorstroomtoets
De resultaten van de doorstroomtoets leiden tot verwarring op scholen, schrijft de krant. Ze wijken erg af van de voorlopige schooladviezen die docenten de leerlingen hebben gegeven. Op sommige scholen scoort maar liefst dertig tot vijftig procent van de leerlingen hoger dan verwacht.
Ook het tegenovergestelde komt voor. Hilde van der Geest, directeur van de Gelderlandschool in Den Haag, zegt tegen De Volkskrant: “Wij hebben kinderen die consequent op vwo-advies uitkomen, ook op basis van de intelligentietesten. Nu komt er uit de doorstroomtoets een mavo-havo-advies.”
De belangenorganisatie van basisscholen is “verbaasd en kritisch” over de onrust. “Het gaat er bij ons niet in dat het niveau van leerlingen opeens zo sterk afwijkt. Op deze manier gaat er van kansrijk adviseren weinig terechtkomen.”
Verschillende aanbieders
Schooldirecteuren denken bovendien dat de resultaten verschillen afhankelijk van voor welke toetsaanbieder is gekozen. Er zijn zes commerciële aanbieders van de doorstroomtoets. “Wij willen kinderen meer kansen geven, maar als dat afhankelijk wordt van toeval bereik je het omgekeerde. Dit klopt gewoon niet”, aldus Eva Naaijkens, directeur van de Alan Turingschool in Amsterdam.
Het ministerie van Onderwijs stelt dat de doorstroomtoetsen van verschillende aanbieders wel dezelfde resultaten zouden moeten geven, omdat de normering gelijk is getrokken. Ook wijst het ministerie erop dat de resultaten van de doorstroomtoets door een nieuwe normering niet goed te vergelijken zijn met eerdere jaren.
Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) verwacht pas in september conclusies te kunnen trekken over de resultaten.