Volgens hartspecialisten kunnen hartfilmpjes de kans op een beroerte verkleinen. Daarom is het volgens hen zaak om eerder bij met name zestigplussers te screenen.
“Het is van belang om een patiënt vóór de problemen te vinden”, aldus Joan Meeder, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) tegen RTL Nieuws.
Even een korte uitleg: met een hartfilmpje kan de hartritmestoornis – ook wel boezemfibrilleren genoemd – worden vastgesteld.
Deze hartaandoening vergroot de kans (met wel vijf keer) op een beroerte. Als er dus eerder gescreend wordt, kan de kans hierop verkleind worden.
Tekst gaat verder onder de video.
“Als je eerder screent op boezemfibrilleren, dan kun je bloedverdunners voorschrijven. Mensen hebben daarmee minder kans op een beroerte”, zegt Meeder.
Volgens hem is het geen doen om bij iedereen een filmpje te maken. “Maar als je het doet bij mensen die toch al op controle komen dan ondervang je er al heel veel. Als je op een hogere leeftijd een beroerte krijgt, is dat veel zwaarder dan normaal gesproken op een andere leeftijd.”
De hartritmestoornis komt vooral bij ouderen voor. Ruim de helft van de patiënten is 75 jaar of ouder. Volgens cijfers van de Hartstichting zijn er in ons land 373.700 mensen bij wie boezemfibrilleren is vastgesteld.
Zelfs 'normale' luchtvervuiling veroorzaakt al hartritmestoornissen, volgens onderzoek
