Handbalster Estavana Polman zong donderdag – samen met haar team – eindelijk weer mee met het volkslied. Een bijzonder moment na jaren vol blessures. Ze scoorde maar liefst acht keer voor Oranje in de eerste wedstrijd op de Olympische Spelen in Parijs.
Nederland had het lastig met Angola, maar won wel: 34-31.
“Angola is altijd lastig. Het is een fysieke ploeg, een beetje lomp. Elke keer denk je dat ze er niet zijn, maar dan staat er weer eentje voor je”, vertelt Polman tijdens de middagshow bij Radio 538. Die lompe houding heeft de handbalster aan den lijve ondervonden, want ze kwam in botsing met een van de tegenstanders, met een pijnlijk middenrif tot gevolg. “Die had ik niet zien aankomen, in één keer stond ze daar. Heel lelijk.”
De handbalster kreeg de afgelopen jaren te maken met veel blessureleed, maar is messcherp aan de Olympische Spelen begonnen. “Godver, je staat er wel gewoon weer na die ellendige jaren”, concludeerde ze.
Op deze momenten komen Nederlandse kanshebbers in actie tijdens Olympische Spelen
Veel tijd – welgeteld twee dagen – om te herstellen heeft Polman nu niet. Aanstaande zondag speelt Oranje alweer tegen het sterke Frankrijk. Gelukkig maakt ze zich geen zorgen over haar fysieke gesteldheid. “Het hoort erbij en het maakt het spelletje ook heel erg leuk.”
Samen met haar liefde en ex-profvoetballer Rafael van der Vaart blikt Polman terug op elke wedstrijd. “Hij zei nu dat hij trots was; respect en goed gedaan”, lacht ze. Hij was dit keer niet in Parijs, maar hun 7-jarige dochter Jesslynn wel. “Dan kijk je naar rechts, naar je dochter, want ja: daar doe je het voor. Dat was wel een kippenvelmomentje. Dat moet ik eerlijk toegeven”, aldus Polman.
Bij de eventuele kwartfinale zit Van der Vaart wel op de tribune voor de nodige support, maar die moet Oranje dan eerst nog wel zien te bereiken.
Dit bericht op Instagram bekijken
Estavana Polman: ‘Krijgen van mijn dochter was het mooiste, maar ook het moeilijkste'
