Haga Lyceum

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) zei begin 2019 dat het Haga Lyceum banden zou hebben met extremistische personen. Na een vernietigend rapport van de onderwijsinspectie gaf de minister het bestuur in september de aanwijzing te vertrekken. Het was de eerste keer dat een schoolbestuur op deze manier werd gedwongen op te stappen.

Lees ook
Minister Slob mag financiering Haga Lyceum voorlopig niet stoppen

Op de school zou sprake zijn van financieel wanbeleid en zelfverrijking door bestuurders. Ook deed het lyceum te weinig om sociale integratie en actief burgerschap te bevorderen, vond Slob. Hij wilde daarnaast dat de school afstand nam van omstreden salafistische personen die de school bezochten.

Minister Slob

Maar volgens de rechtbank had de minister deze aanwijzing niet mogen geven, omdat het een te zwaar middel is. Slobs argumenten werden in het vonnis dan ook grotendeels afgewezen. Zo vindt rechtbank dat de minister te hoge eisen stelt aan het bestuur als het gaat om actief burgerschap en sociale integratie. Ook oordeelde de rechters dat de invloed van de salafisten op het Haga Lyceum beperkt of niet aangetoond is.

Lees ook
Ook voor ‘bedroevend scorende’ hindoeschool geldt: bestuur eruit of geldkraan dicht

De rechtbank erkent wel dat de kritiek op het financiële beleid van de school terecht was, omdat er sprake was van zelfverrijking en onrechtmatig handelen. Maar de onderwijsinspectie was hier al eerder van op de hoogte en sloeg toen geen alarm. Slob heeft daarnaast onvoldoende onderbouwd waarom bepaalde uitgaven de regels overtraden, en niet aangetoond dat er geen andere mogelijkheden waren om de financiële problemen op te lossen.

School

Minister Slob zegt dat de uitspraak hem een “ongemakkelijk gevoel” geeft. “De rechtbank constateert namelijk dat er ruimte is in deze school voor personen met een antidemocratisch en anti-integratief gedachtegoed.” Directeur-bestuurder Soner Atasoy van het Haga Lyceum noemt de uitspraak juist “een winst voor de rechtspraak”. Wat hem betreft staan de deuren nu “wagenwijd” open om het gesprek aan te gaan met de minister en de gemeente. “De school heeft recht op doorgang”, vindt hij.