Van de mensen die lesbisch, homoseksueel, bi-plus, transgender, queer, intersekse en aseksueel (lhbtqia) zijn, is vorig jaar 10 procent slachtoffer van geweld geworden, telde statistiekbureau CBS.
Van de overige bevolking overkwam dat 6 procent.
Slachtoffers non-binair
Vooral mensen die zich niet specifiek als man of vrouw identificeren (non-binair) zijn vaak slachtoffer. Worden vermogensdelicten en vernielingen meegeteld, dan is zelfs een kwart van de lhbtqia’ers de dupe, tegen 19 procent van de rest van de bevolking.
Het grote verschil zit hem echter in het geweld, ook seksueel geweld. Met dat laatste kregen mensen uit de lhbtqia-groep twee keer zo vaak te maken als anderen. Van de lhbtqia’ers ervaren ook meer mensen (32 tegen 25 procent) uiteindelijk emotionele, financiële of lichamelijke gevolgen.
Geweld tegen lhbtqia
Van de lhbtqia’ers vanaf 15 jaar zei 42 procent zich weleens onveilig te voelen. In de eigen buurt is dat met 18 procent veel minder. Bij anderen liggen deze percentages respectievelijk op 34 en 14 procent.