We hebben allemaal wel eens een keer pech, maar Gabriella Ficarelli (32) kreeg na het openen van haar eigen restaurant tegenslag na tegenslag te verwerken.
Maar haar droom opgeven? Ze dacht het niet.
We hebben allemaal wel eens een keer pech, maar Gabriella Ficarelli (32) kreeg na het openen van haar eigen restaurant tegenslag na tegenslag te verwerken.
Maar haar droom opgeven? Ze dacht het niet.
Op 22-jarige leeftijd een restaurant kopen zonder al te veel ervaring. Je moet het maar aandurven. Toch wist Gabriella Ficarelli het zeker. Dit was haar droom. “Maar ik was destijds in 2014 eigenlijk veel te jong om chef met een eigen restaurant te zijn. Vanaf dat moment ging alles ook mis.”
Haar ongeluk begint ermee dat niemand haar als eigenaresse serieus neemt. “Ik kocht het restaurant inclusief personeel. Dat waren allemaal mannen die het niet zagen zitten om voor een vrouw te werken. Ze namen me niet serieus. Net als leveranciers. Vroegen ze om mijn baas. Als ik dan zei dat ik dat was, lachten ze me uit.”
Na een jaar of twee heeft Ficarelli het vervelende personeel weten in te wisselen voor een fijn team en gaan de zaken goed bij haar restaurant Divina Cucina in Oud-Beijerland. “Toen kwam de eerste brand. Een kleintje. Kort daarna brak er brand uit bij de buren en hadden we heel veel schade. Beide keren moesten we de deuren sluiten. Goed onderzoek naar de verzekering had ik nog niet gedaan. Daardoor moest ik zelf voor de schade opdraaien. En dat allemaal terwijl ik ook nog een HBO-opleiding volgde.”
Na alle herstelwerkzaamheden ging het lange tijd goed, tot corona uitbrak in Nederland. “We zaten op onze piek en hadden veel gasten. Maar toen gingen we van lockdown naar lockdown. Daar tussenin moesten we ook nog een keer dicht door een overstroming: alle leidingen waren gesprongen. Iedere keer wanneer we dachten, het kan niet erger, werd het erger.”
En dan, het is juli 2021, slaat het noodlot toe bij Ficarelli’s vriend. “Hij ging met de motor naar Italië. Hij hielp me veel mee en wilde er even tussenuit. Één weekje maar, zei hij. Maar hij verongelukte en is nooit meer thuisgekomen. Toen kon ik écht niet meer. Ik viel twintig kilo af en dacht dat mijn hart zou stoppen.”
Ze hervindt de kracht en energie en gaat door. “Hoe meer iedereen zei dat ik het nooit zou halen, hoe harder ik er voor wilde gaan. Ik bewijs iedereen het tegendeel. En nu gaat het goed. We werken hard en we zitten bijna altijd vol. Achteraf heb ik er wel spijt van dat ik zo vroeg al een restaurant heb gekocht. Maar als ik aan het einde van de dag de zaal in kijk en mijn gasten zie genieten, dat gevoel is alles meer dan waard.”
Of er dan helemaal geen tegenslagen meer zijn? “Ik zou deze week met vakantie gaan, maar die heb ik moeten annuleren. Mijn hulpkok is gevallen en heeft zijn ribben gebroken. Zonder chef geen restaurant, dus ik kan niet weg.” En drie maanden geleden overleed haar tweede moeder. “Op haar sterfbed gaf ze me nog een mooie spreuk mee: ‘Geef niet op, want je wordt nou eenmaal eerder overreden door een strontkar dan door een bloemenkar’. Daar haal ik mijn kracht uit.”
Toch heeft ze ergens nog wel een engeltje op haar schouder zitten, want: “Twee jaar na de koop van het restaurant was ik echt toe aan vakantie. Het was de zomer van 2016 en we gingen naar Nice. We hadden net een plekje aan de boulevard uitgekozen om naar het vuurwerk te kijken, toen ik merkte dat ik iets was kwijtgeraakt. We liepen weer weg en misten daardoor op een haar na de aanslag met de vrachtwagen.”
Kims aanzoek: '300 lampionnen en een mini-restaurant, middenin de woestijn'Lees ook