Het Openbaar Ministerie (OM) heeft dinsdag een celstraf van dertien jaar geëist tegen de 54-jarige Emanuel H. uit Bovenkarspel (Noord-Holland) voor het doden van zijn 49-jarige vrouw en het in brand steken van haar lichaam.
De verdachte hield tijdens het betoog van de officieren van justitie drie kwartier lang zijn vingers in zijn oren, omdat hij weigerde de beschuldigingen van het OM aan te horen.
H. zou het slachtoffer in de schuur achter hun woning hebben gewurgd. Volgens de officier van justitie gebeurde dit op maandag 10 april, op de dag dat het slachtoffer haar relatie met de verdachte had beëindigd en ze het huis wilde verlaten voor een andere man. Daarop ging de verdachte over tot femicide.
Het OM stelt op basis van deskundigen dat de vrouw is gestikt als gevolg van verwurging. Volgens H. was er sprake van een ‘noodlottig ongeval’. Hij bekende in de rechtbank wel dat hij het levenloze lichaam bewaarde in een kruiwagen in de schuur, en in de avond in brand stak in de tuin. Op woensdagavond 12 april, kort voor zijn arrestatie, zou hij het lichaam hebben willen dumpen op een afgelegen plek.
H. lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met dwangmatige trekken. Het OM acht hem in beperkte mate verminderd toerekeningsvatbaar voor de doodslag, maar volledig toerekeningsvatbaar voor het willen verbergen van het lichaam. Naast de celstraf wil het OM aan H. een vrijheidsbeperkende en gedragsbeïnvloedende maatregel opleggen. Na het uitzitten van zijn straf komt hij dan onder verscherpt toezicht.
De rechtbank doet uitspraak op 24 september.
Familiedrama? Partnerdoding? Nee, noem het femicide: 'De rest is te verhullend'
