Het wordt een steeds groter probleem: mensen die op straat zwerven, in portieken slapen of overlast veroorzaken door drank en drugs. In Nederland waren op 1 januari 2024 zo’n 33.000 mensen dakloos.
Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Mensen die buiten, in een auto, kraakpand of vakantiewoning wonen, worden volgens het CBS gezien als dakloos. Ook bezoekers van een noodopvang of mensen die tijdelijk bij familie en vrienden verblijven behoren tot deze groep, die inmiddels bestaat uit 33.000 mensen tussen de 18 en 65 jaar.
De helft is niet in Nederland geboren. Zo’n 9 procent is in een ander Europees land geboren, 37 procent buiten Europa, 33 procent in Nederland en 21 procent ook in Nederland, maar één of beide ouders niet. Van de totale groep is acht op de tien man en is meer dan de helft tussen de 27 en 50 jaar oud.
Het maken van een realistische schatting is voor het CBS lastig, want veel daklozen staan niet geregistreerd bij een daklozenopvang of instanties als de reclassering. Ook asielzoekers zonders verblijfsvergunning blijven zoek en daklozen boven de 65 jaar zijn moeilijk te peilen.
Waar de meeste daklozen rondzwerven? In Rotterdam. “Rotterdammers ervaren steeds meer overlast door dak- en thuislozen. Dat komt vooral door EU-migranten die hun werk én slaapplek zijn kwijtgeraakt”, deelt de gemeente.
De stad opende een opvang voor EU-migranten die geen dak boven hun hoofd meer hebben. De verblijfsduur is maximaal twee maanden en iedereen die binnenkomt wordt geholpen met een eventueel drank- of drugsprobleem.
Ook worden ‘gelukszoekers’ bij aankomst in Nederland gewezen op hun rechten en plichten. “We willen die groep afschrikken. Het bord zal niet meteen zorgen voor een oplossing. Maar we moeten wel duidelijk maken dat hierheen komen niet meteen de oplossing is. Dat het leven hier op straat niet beter is dan in bijvoorbeeld Boekarest”, aldus zorgwethouder Ronald Buijt.
'Het duurt even voordat mensen zich écht realiseren dat ze dakloos zijn. Maar opeens komt die klap, en dan de schaamte'
