Afgelopen maart maakten scholen de uitslag van de doorstroomtoets – de vervanger van de centrale eindtoets in groep 8 – bekend. Wat bleek? De meeste resultaten weken flink af van de voorlopige schooladviezen.
De toetsresultaten zorgden voor veel onrust op scholen en bij ouders.
Ieder jaar krijgen leerlingen van groep 8 een voorlopig schooladvies. Dat is gebaseerd op eerdere toetsresultaten en de mening van de leraar. De doorstroomtoets is dit jaar in het leven geroepen om de centrale eindtoets te vervangen. Het idee is hetzelfde: het taal- en rekenniveau van de leerling in kaart brengen.
Heeft de leerling met de toets verwachtingen overtroffen? Dan zijn scholen verplicht om het advies bij te stellen. Het doel van de toets – de kansengelijkheid bij de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs vergroten – is behaald. Voor 21,7 procent uit de kansarme groep viel het advies hoger uit in tegenstelling tot ‘slechts’ 9,5 procent uit de kansrijke groep, blijkt uit onderzoek van Leerling in Beeld.
De resultaten van de toets verschillen behoorlijk. Het aantal vwo-adviezen daalde dit jaar van 17 naar 13 procent. Uit documenten van de Wet open overheid (Woo) blijkt dat scholen in mails aan toetsaanbieders aangaven dat ze geen vertrouwen meer hebben in de doorstroomtoets, en dat sommige leerlingen in tranen uitbarsten bij het zien van de uitslag.
Dat de resultaten nu lager uitpakken, is vooral een gevolg van een nauwkeurige meting op basis van een nieuwe normering, meldt het ministerie. De adviezen van dit jaar en van de voorgaande jaren zijn dan ook niet met elkaar te vergelijken. De scholen konden toetsen afnemen van zes verschillende toetsaanbieders. Dit betekent dat vraagstellingen, onderwerpen en zelfs de moeilijkheidsgraad konden verschillen.
Op dit moment wordt er onderzocht of de verschillende toetsaanbieders mogelijk impact hebben op de uitkomsten. Die resultaten volgen naar verwachting in september.
Achtstegroepers kregen vorig jaar lager schooladvies, vooral meisjes de dupe
