De basisbeurs valt iets lager uit, omdat het kabinet wil dat meer studenten uit gezinnen met een laag of middeninkomen gebruik gaan maken van de inkomensafhankelijke aanvullende beurs.
Dijkgraaf: 'basisbeurs iets lager door nadruk op aanvullende beurs'
Dat verklaart Robbert Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Aanvullende beurs
Veel studenten maken geen gebruik van de aanvullende beurs, terwijl zij daar wel recht op hebben. Het gaat om studenten van wie de ouders maximaal 53.900 euro verdienen. Dijkgraaf wil meer nadruk leggen op deze aanvullende beurs, naast de basisbeurs die vanaf het schooljaar 2023-2024 terugkeert.
De aanvullende financiering wordt meer als standaardoptie aan studenten aangeboden, zegt Dijkgraaf. “Dat betekent dat er meer gebruik van wordt gemaakt, dat geeft ook wel iets meer kosten. Dat zie je dan terug in een iets lagere basisbeurs.”
Besluit
Het kabinet wil dat thuiswonende studenten 91 euro per maand krijgen en uitwonende 255 euro. Studenten met een aanvullende beurs krijgen 419 euro. Dijkgraaf benadrukt wel dat het kabinet voorlopig alleen met denkrichtingen komt. Het uiteindelijke besluit over de vorm waarin de basisbeurs terugkeert volgt na gesprekken met studenten en de Tweede Kamer.
Het is onwaarschijnlijk dat het bedrag van 1 miljard per jaar fors omhoog gaat. Het kabinet dreigt al in geldproblemen te komen door hoge onvoorziene uitgaven.
SER-jongeren: huidig leenstelsel studenten weg, basisbeurs terugLees ook