Het bewijs in de Deventer moordzaak rammelt aan alle kanten. De recherche leed aan tunnelvisie.
Dat concluderen volgens de Volkskrant drie forensisch-rechercheurs van de politie Amsterdam na drie jaar onderzoek.
Deventer moordzaak
Zo is een ontlastend document achtergehouden en zijn processen-verbaal gemanipuleerd. Maar ook zijn noodzakelijke daderonderzoeken niet uitgevoerd én is cruciaal dna-bewijs feitelijk onbruikbaar doordat er op meerdere momenten onaanvaardbaar mee is omgesprongen.
De leden van het coldcaseteam deden hun onderzoek in opdracht van Diederik Aben, advocaat-generaal bij de Hoge Raad. Aben toetst sinds 2014 (nadat het ‘novum-criterium’ voor afgesloten strafzaken was verruimd) of er gronden zijn voor herziening van de Deventer moordzaak.
Het is uitzonderlijk dat een coldcaseteam een rechercheonderzoek helemaal opnieuw doorlicht nadat een strafzaak al is gesloten.
Omstreden strafproces
De Deventer moordzaak is een van de langstlopende en meest omstreden Nederlandse strafprocessen. Na een vrijspraak in 2000 kreeg fiscaal jurist Ernest Louwes in hoger beroep alsnog een veroordeling tot twaalf jaar cel voor de moord op zijn cliënt Jacqueline Wittenberg in 1999.
Dit proces moest vervolgens opnieuw toen bleek dat rechercheurs hadden gefraudeerd met processen-verbaal en de geurhondenproef. In 2004 werd Louwes opnieuw veroordeeld op ‘verbetering van gronden’.