Uit nieuwe cijfers blijkt dat er weinig nieuwe coronabesmettingen zijn. De afgelopen dagen zijn er tussen 60 en 80 mensen per dag positief getest: minder dan 1 procent van de ruim 10.000 testen die per dag worden afgenomen. Maar uit bron- en contactonderzoek van de GGD’s blijkt dus dat mensen die nu nog wél besmet raken, het virus meestal krijgen in de thuissituatie of de familiesfeer.

Lees ook
Voor het eerst sinds begin maart geen nieuwe coronadoden gemeld

Cluster

Boogmans stelt dat je bij een ‘gewone’ besmetting kan verwachten dat directe huisgenoten ook besmet raken. Dat blijft binnen het gezin en wordt niet als uitbraak gezien. Maar dat verandert zodra er buiten het gezin ook besmettingen aangetroffen worden. “Zoals bij gezinsleden die niet in huis wonen, maar wel samen waren. Bij een barbecue, een bruiloft, een feest of een begrafenis. Als we die aan elkaar kunnen linken, gaan we spreken van een cluster.”

De GGD probeert vervolgens uit te zoeken hoe het cluster is gestart. “Vaak komen we erop uit dat het ergens net even niet gelukt is om de anderhalve meter aan te houden. Op straat zie je dat ook, dus het is niet zo gek. Maar het blijft van belang om, zelfs nu de maatregelen soepeler zijn, geen knuffels te geven”, aldus Boogmans.

Lees ook
Er mag gejuicht worden (in stadions): alle versoepelingen vanaf 1 juli op een rij