Nederlanders gaan in 2022 gemiddeld veel meer betalen voor hun energieverbruik. Dat komt vooral door de hogere leveringstarieven van gas en elektriciteit.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Energiekosten
Belastingmaatregelen compenseren de hogere tarieven voor een deel. Maar volgens het CBS is een huishouden met een gemiddeld energieverbruik dit jaar bijna het dubbele kwijt. Dat huishouden moet dit jaar namelijk 2.800 euro betalen voor elektriciteit en gas. Dat is een stijging van 1.321 euro (86 procent) ten opzichte van 2021.
Volgens het CBS zullen de kosten tussen huishoudens in de praktijk sterk verschillen door het verbruik en de afgesloten contractvorm. “Hoe meer energie een huishouden verbruikt, hoe groter de prijsstijging”, stelt het CBS in een toelichting.
Het statistiekbureau heeft eerder afgesloten meerjarige contracten echter niet meegenomen bij het bepalen van de gemiddelde prijs. De prijsveranderingen zijn berekend “bij een gelijkblijvend jaarverbruik en op basis van prijzen die in de betreffende maanden door energiemaatschappijen aangeboden werden”.
Prijsstijging
De prijs van energie steeg vooral door bijvoorbeeld de hogere variabele leveringstarieven. Deze stegen in een jaar tijd met bijna 350 procent en dat kost een huishouden met een gemiddeld verbruik op jaarbasis ruim 1.700 euro meer. Bijna 1.100 euro meer voor gas en 625 euro meer voor elektriciteit.
Daar staat tegenover dat huishoudens dit jaar fors minder belasting betalen op energie. Een huishouden met een gemiddeld jaarverbruik betaalt dit jaar 417 euro minder dan een jaar eerder.
Consumenten die hun tarieven al voor een lange tijd hadden vastgelegd worden niet geraakt door de gestegen leveringskosten. Zij gaan door het belastingvoordeel dit jaar juist minder betalen voor energie.