Bijna de helft van de 10- tot 18-jarigen in Nederland vreest dat er ook hier oorlog komt.
Dat meldt UNICEF na onderzoek in maart naar de uitwerking van de oorlog in Oekraïne op ruim duizend kinderen en jongeren tussen de 10 en 18 jaar.
Oorlog
Bijna allemaal (96 procent) denken ze aan de oorlog in Oekraïne, en iets meer dan de helft doet dat vaak of regelmatig. Twee op de drie ervaren “vervelende gevoelens” als boosheid, verdriet, maar ook angst. Ruim een op de drie is echter hoopvol dat de oorlog goed gaat aflopen.
Kinderen en jongeren moeten thuis en op school over hun zorgen kunnen praten, stelt UNICEF. “Door hun gevoelens serieus te nemen, kunnen mensen in hun omgeving zorgen en angsten verminderen”, zegt de kinderrechtenorganisatie.
Zorgen
Het onderzoek wijst uit dat kinderen en jongeren hun zorgen kunnen delen in hun omgeving: vier op de vijf jongeren praten met hun ouders over de situatie in Oekraïne en ongeveer de helft bespreekt de gebeurtenissen met leeftijdsgenoten. Van de basisschoolleerlingen geeft 92 procent aan dat er tijdens de les over de oorlog in Oekraïne wordt gepraat. Bij de middelbare scholieren is dat 81 procent.