De komende vier weken zitten basisschoolleerlingen nog thuis, iets wat de leraren zorgen baart. Een op de drie verwacht grote problemen.
Dat meldt DUO Onderwijsonderzoek & Advies na onderzoek in samenwerking met onderwijsvakblad Didactief.
Weinig motivatie
De docenten vrezen onder meer dat de motivatie van leerlingen zal afnemen, dat het afstandsonderwijs te veel van ouders vergt, dat leerlingen met een achterstand alleen maar meer achterop raken en dat vooral zwakke leerlingen de dupe zullen zijn.
De leerkrachten zijn wel heel positief over de inzet van hun leerlingen. Bijna driekwart (73 procent) is thuis volgens de leraren serieus aan de slag en bijna een op de vijf (18 procent) redelijk serieus.
Geen contact
Een op de veertien kinderen (7 procent) zou er niet zo hard aan trekken thuis, en met een kleine groep van twee procent hebben de leerkrachten geen contact.
Bijna alle leerkrachten (94 procent) verzorgen momenteel afstandsonderwijs. Vooral leerlingsoftware wordt ingezet, 89 procent maakt er gebruik van.
Bijna twee op de drie leraren (64 procent) laten leerlingen of hun ouders papieren lesmateriaal op school ophalen en een op de zeven leerkrachten (15 procent) brengt de lesmaterialen langs bij hun leerlingen.
Vakken
De kernvakken rekenen, taal en lezen krijgen de meeste aandacht, wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis, biologie) en creatieve vakken komen minder aan bod. Het onderzoek werd deze week gedaan onder 606 leerkrachten die lesgeven aan groep 3 tot en met 8 op een basisschool.