Het rechtssysteem heeft ongetrouwde moeders vroeger gediscrimineerd, en de Staat wist daarvan. Dat zei de advocaat van zo’n ‘afstandsmoeder’, Trudy Scheele-Gertsen.
Zij was 22 en alleenstaand toen zij in 1968 een kind kreeg. Ze deed afstand van het jongetje. Dat gebeurde tegen haar wil, nadat ze onder druk was gezet door onder meer de Raad voor Kinderbescherming, zegt ze. Daarom heeft ze met lotgenoten een zaak aangespannen tegen de Nederlandse staat.
Afstandsmoeder
De advocaat van Scheele-Gertsen legde vrijdag uit wat de ‘afstandsmoeder’ toen is overkomen. “Ze was uitgeput door een urenlange bevalling, overmand door emoties, ze had scheurende pijn en ze bloedde. Op dat moment hebben ze het kind, Willem Jan, tussen haar benen vandaan gepakt en weggedragen. Ze werd niet behandeld als moeder, als mens. Het moest duidelijk zijn dat ze geen enkel zeggenschap had over haar kind, dat haar stem niet werd gehoord.”