In ‘coronajaar’ 2020 aten Nederlanders 5,5 procent minder brood dan een jaar eerder. Een daling van bijna vijftig miljoen kilo aan bammetjes en kadetjes.
Dat maakt het Nederlandse Bakkerij Centrum (NBC) bekend.
Brood
Niet herkenbaar? Dat kan kloppen, want thuis werd juist méér brood gegeten. Gezamenlijk schoven we in Nederland achter de voordeur 1,5 procent meer brood naar binnen. De daling in de totale broodconsumptie is dan ook te danken aan de sluiting van de horeca, stelt het NBC. En natuurlijk aan het thuiswerken, want ook een lunchbroodje afhalen is minder gebruikelijk.
Supermarkten hadden hier weer profijt van: zij verkochten 0,7 procent meer brood aan particulieren. Wel werden er daar in 2020 minder spannende broodjes verkocht. “Mensen doen minder impulsaankopen, dus ze pakken minder snel een vruchtenbroodje of dat mueslibolletje”, zegt Wim Kannegieter van de Nederlandse Vereniging van Bakkers (NVB) tegen NU.nl.
De echte winnaars zijn de ambachtelijke bakkers: daar ging tien procent meer aan croissantjes, meerzaden bruin en ander vezelrijk lekkers over de toonbank. Ook weten meer jonge klanten de lokale bakker te vinden. Bijna veertig procent van de klandizie kwam in 2020 van jonge gezinnen tegenover het gebruikelijke grote aantal gepensioneerden.
Horeca
Maar buiten de deur – zoals bij de benzinepomp, een restaurant of kantine – werd bijna veertig procent minder brood gegeten. Bakkers en bakkerijen die leveren aan horeca en catering kwamen daardoor in de problemen, zegt Frank Janssen, manager van NBC. “Eigenlijk zou je bij je afhaalmenu ook een broodje moeten krijgen, net zoals dat je vaak in een restaurant geserveerd krijgt.”