Minder Nederlanders leven in armoede. Zo blijkt uit cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
De afgelopen jaren is het aantal arme mensen in ons land afgenomen.
Cijfers
In 2013 leefden ruim 1,2 miljoen mensen in armoede (7,6 procent), in 2017 waren het er bijna 939.000. Dat was 5,7 procent van de bevolking. De cijfers over 2017 zijn de meest recente cijfers die er over armoede beschikbaar zijn.
Basisbehoeften
Bij het definiëren van het begrip armoede gebruikt het SCP het zogeheten niet-veel-maar-toereikendbudget (nvmt). Mensen die daaronder zitten leven in armoede. Het budget bedraagt voor een alleenstaande per maand 1135 euro. Voor een stel zonder kinderen is dat 1555 euro en voor stellen met één kind 1850 euro. In dat budget zijn de basisbehoeften – voeding, kleding en wonen – aangevuld met een minimum bedrag voor ontspanning en sociale participatie.
In 2017 hadden 220.000 arme mensen wel een baan. Mensen die als zelfstandige werken blijken een grotere kans op armoede te hebben dan mensen in loondienst. Van alle zelfstandigen was toen bijna acht procent arm, van alle mensen in loondienst twee procent.