De huizenprijzen zijn nog altijd torenhoog en de rente stijgt. Het is voor alleenstaanden bijna niet te doen om een huis te kopen.
Zo blijkt uit berekeningen van databedrijf Calcasa, dat de huidige woningwaardes heeft afgezet tegen de nieuwe leennormen. Dat schrijft het AD.
“We weten dat de prijzen de afgelopen tien jaar hard zijn gestegen, maar als je dat concreet maakt naar inkomensbedragen dan schrik je wel”, zegt directeur Tijs Pellemans van Calcasa. Je moet als alleenstaande nogal vermogend zijn: voor een koopwoning is zo’n 95.000 euro aan inkomen op jaarbasis nodig.
Pellemans: “Dit zijn gigantische inkomens. Voor een eenverdiener is het bijna onmogelijk ertussen te komen. Dit bevestigt meer dan ooit het belang van eigen geld, in de vorm van overwaarde of spaargeld.”
Calcasa legt het uit in de vorm van een rekensom. De prijs van een gemiddelde woning lag aan het einde van 2023 op 452.000 euro.
Om dit te kunnen bekostigen met een hypotheek, volgens de nieuwe leennormen, heb je een jaarinkomen van 95.000 euro nodig. Dat lukt vaak niet eens met twee keer een modaal inkomen van 44.000 euro.
Wil je als starter een appartement kopen, dan heb je voor de financiering 80.000 euro aan inkomen nodig. Dat is een behoorlijk inkomen voor iemand die alleen is. Het is dus voor alleenstaanden bijna onmogelijk om iets zelf te kopen. En dat wordt alleen nog maar lastiger, want de ING verwacht dat de huizenprijzen nog met 5 à 8 procent zullen stijgen.
Iris Enthoven knokte zich door de overhitte woningmarkt: 'Ik woon in mijn droomhuis'
