We kopen met z’n allen massaal online, en dat heeft grote gevolgen voor de winkelstraat. Het aantal fysieke winkels nam in tien jaar tijd met ruim elf procent af.
Tegelijkertijd vervijfvoudigde het aantal webwinkels, constateert het CBS.
Winkelstraat
Begin dit jaar waren er in Nederland nog 86 duizend winkels, terwijl dat er in 2010 nog 97 duizend waren. Er zijn nu vooral minder winkels in dvd’s en cd’s, fotocamera’s en baby- en kinderkleding dan tien jaar geleden. Het aantal supermarkten nam in deze periode juist toe, en het aantal speciaalzaken – zoals bakkers, slagers en de groenteboer – is min of meer gelijk aan 2010.
De afname van fysieke winkels komt volgens het CBS door de groei van het online shoppen. Dit jaar kocht 79 procent van de Nederlanders van 12 jaar of ouder iets via internet, in 2012 was dat nog 64 procent. Je kunt nu ook bij drie keer zoveel webwinkels terecht als in 2010. Ook hebben bedrijven – waaronder ook groothandel en industrie – steeds vaker een winstgevende online winkel.
Online winkelen
Hoewel er dus minder winkels zijn waar je platen, speelgoed en kranten kunt kopen, zijn er juist méér tuincentra bijgekomen. Opvallend genoeg zijn er wel minder bloemenwinkels. Het aantal winkels in wooninrichting nam ook toe, en er komen steeds meer warenhuizen. Ook winkels gespecialiseerd in communicatie, zoals bellen, zie je vaker in winkelstraten verschijnen.
Dit alles betekent dat er ook steeds minder winkels per duizend inwoners zijn, zeker ook omdat de Nederlandse bevolking de afgelopen tien jaar met ruim zevenhonderdduizend inwoners is toegenomen. De zogeheten winkeldichtheid is afgenomen van zes winkels per duizend mensen in 2010 naar vijf in 2019. Bewoners hebben de meeste keuze in Zeeuwsch-Vlaanderen, met bijna zeven winkels per duizend inwoners. In Flevoland moeten mensen vaker een stukje omrijden. Ze hebben nog geen vier winkels per duizend inwoners.