Psycholoog Harlinde van Osselaer begon in 1972 in een doorgangshuis voor ongetrouwde zwangere vrouwen. Pasgeboren baby’s, al dan niet gedwongen afgestaan, kregen daar weinig liefde.
Psycholoog Harlinde werkte met afgestane baby’s: 'Knuffelen mocht niet'
“Het was beleid om niet met kinderen te praten of te knuffelen”, vertelt Harlinde in EenVandaag (AVROTROS).
Afgestane baby’s
De overheid start maandag met een onderzoek naar de gang van zaken in adoptiepraktijken tussen 1956 en 1984. Zeker 13.000 jonge moeders hebben in die periode 15.000 kinderen afgestaan. De moeders hadden zelf bijna niets te zeggen over de adoptie van hun kind. Een van de moeders die haar kind gedwongen moest afstaan, heeft de overheid daarom aangeklaagd.
Mechanisch verzorgd
Psycholoog Harlinde was pas 24 toen ze begon met haar onderzoek in Moederheil, een doorgangshuis in Breda. Na de bevalling vertrokken de moeders maar bleven de baby’s achter. De adoptie liet gemiddeld zo’n acht maanden op zich wachten. Harlinde werkte er tien jaar. “Ik was ontsteld door wat ik aantrof”, vertelt ze. “Heel veel baby’tjes die louter mechanisch verzorgd werden.”
Lees ook
Trudy (73) moest haar baby afstaan: ‘Ongehuwde moeders bevielen met blinddoek’
Emotionele schade
De jonge verzorgsters raakten de kinderen alleen aan tijdens het verschonen. Ze kregen de fles door deze tegen een kussen te leggen. Eén verzorgster keek dan toe om te zorgen dat de baby’s niet stikten. Door gebrek aan contact kunnen kinderen onherstelbare emotionele schade oplopen, legt Harlinde uit. “Maar ze mochten zich niet aan de kinderverzorgsters hechten.”
Kalmeringsmiddel
Het viel haar ook op dat de kinderen zo stil waren. “Ze reageerden bijna niet en lieten zich zo oppakken door een wildvreemde.” Later zag ze dat de verpleegsters Mellerette in de melk deden: een kalmeringsmiddel dat gebruikt wordt bij mensen met angstneuroses en schizofrenie. “Toen was ik des duivels”, zegt Harlinde. “Er is die kinderen heel veel onrecht aangedaan.”
Klik hier voor de hele aflevering van ‘EenVandaag’.