De rechtszaak vindt plaats in de gerechtsbunkers in Amsterdam-Osdorp.

De strafeis

De strafeis is gebaseerd op een aantal liquidaties waar Holleeder volgens het OM verantwoordelijk voor is. Samen met Dino Soerel en Stanley Hillis zou Holleeder een crimineel driemanschap hebben gevormd, dat in de onderwereld liquidaties uitvoerde. Soerel is voor zijn leidende rol met levenslang gestraft, Hillis is in 2011 doodgeschoten.

Vandaag

Holleeders raadsman Sander Janssen pleit vandaag dat ‘de bijdrage aan de bewijsvoering van de zussen Astrid en Sonja Holleeder zeer beperkt is.’ Volgens Janssen hebben de zussen ‘geen concreet bewijs geleverd, maar vooral het beeld geschetst dat Holleeder in opdrachtgevende rol bij de moorden betrokken zou zijn.’ Wanneer hij de vraag ‘of de zussen mogelijk niet de waarheid spreken’ aan de rechtbank stelde, kon deze alleen maar ‘ja’ antwoorden.

Een ander motief

Janssen stelt dat de zussen vanuit een ander belang ‘de dynamiek rond het proces hebben versterkt’. Volgens hem is dit af te leiden van het FIOD-onderzoek naar de criminele erfenis van de in 2003 doodgeschoten Cor van Hout. Waarin Sonja Holleeder om vervolging te ontlopen schikte met de Belastingdienst. Janssen benadrukt dat de zussen ‘hun broer niet anders konden afschilderen dan als een monster’, dit omdat ‘ze zeggen dat ze moesten liegen in het onderzoek om de investeringen van Holleeder met het Heinekengeld niet in gevaar te brengen.’

Post Traumatische Stress Stoornis

Janssen beweert nu dat ‘de zussen Holleeder niet gelogen hebben uit angst voor hun broer, maar uit eigen belang.’ Hij is er van overtuigd dat de erfenis van Van Hout is ‘weggesluisd’. In het bijzonder trekt hij Astrids ‘visie op de werkelijkheid’ in twijfel. De raadsman beweert dat Astrid Holleeder gebukt gaat onder ‘vergaande, tot rare verhalen leidende argwaan’ en een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS). Kenmerken van PTSS zijn volgens hem ‘dat je geheugen verstoord raakt en je anderen de schuld gaat geven.’ Hij benadrukt geen gedragsdeskundige te zijn maar merkt wel op ‘dat dit er mogelijk voor kan zorgen dat ze haar broer als moordenaar is gaan zien.’ Hij adviseert de rechtbank ‘hier rekening me te houden’ als ze Astrids verklaringen tegen haar broer als bewijs zien.

Wat hieraan vooraf ging

Al eerder benoemde Janssen in zijn pleidooi het aandeel dat de media heeft in deze beeldvorming. Hij wilde gisteren niet zo ver gaan door te zeggen ‘dat Holleeder geen eerlijk proces heeft gehad’. Wel stelt hij dat het OM ‘hem eerst schuldig heeft geacht en daarna passend bewijs heeft gezocht’. Hij pleit dat ‘de dynamiek rond de persoon Holleeder, op een ongekende manier tot een bepaalde beeldvorming heeft geleid’. De media hebben volgens Janssen een groot aandeel in deze beeldvorming, ‘door het proces van één kant te belichten’. Hij hoopt dat het OM zich losmaakt van deze volgens hem ‘bevooroordeelde werkwijze’. Het pleidooi dat gisteren is begonnen wordt nog vervolgd met drie dagen.